Huisartsen schrijven bij artrose verschillende soorten geneesmiddelen voor om de symptomen van de ziekte in bedwang te houden. Dit artikel geeft informatie over de meest voorkomende geneesmiddelen bij artrose en hoe je kan bepalen of ze de juiste zijn.
Paracetamol heeft een laag pijnstillende werking en werkt niet ontstekingsremmend. De positieve effecten van paracetamol bij artrose zijn minimaal vergeleken met een placebo.
Aspirine werkt wel ontstekingsremmend, is pijnstillend voor mensen met gewrichtspijn en reumatische pijn. Maar vanwege kans op ernstig bijwerkingen bij chronisch gebruik gaat bij de behandeling van pijn de voorkeur uit naar de klassieke NSAID’s (ibuprofen, naproxen en diclofenac) boven aspirine.
Ibuprofen is een ontstekingsremmende pijnstiller en heeft een sterker effect dan paracetamol en aspirine. Op de bijsluiter van het Farmacotherapeutisch Kompas staat dan ook dat het middel specifiek is aangewezen bij reumatoïde artritis en degeneratieve gewrichtsaandoeningen. Echter, er staat ook: om de bijwerkingen (soms fataal, met name bij ouderen) te beperken, zo laag mogelijk doseren en voor een zo kort mogelijke periode.
Naproxen en diclofenac werken snel en hebben een langere werkingsduur dan ibuprofen. Naproxen heeft het laagste risico op hart- en vaatziekten, maar meer kans op maag-darmproblemen.
Informatie over artrose medicatie opzoeken?
Praktijkgerichte en ondersteunende informatie over geneesmiddelen en hun toepassingen kan je gemakkelijk online raadplegen in het Farmacotherapeutisch Kompas. Deze informatie is eigenlijk bedoel voor artsen. Klik op de onderstaande links om door te gaan.
Geneesmiddelgroepen bij artrose:
- Aceetanilidederivaten (Paracetamol)
- Salicylaten als analgeticum (Aspirine)
- NSAID’s (Ibuprofen, Diclofenac)
- NSAID’s met maagbeschermer (Naproxen)
- NSAID’s, lokale werking
- Serotonineheropnameremmers
- Corticosteroïden
- Coxib’s (Etoricoxib)
- Opioïden (Tramadol)
- Glucosamine
Hoe weet je dat de medicatie werkt?
Hoewel niemand echt graag medicijnen gebruikt, volgen mensen over het algemeen wel het behandelschema in overeenstemming met het advies van hun dokter op. Ze willen hun ziekte de baas zijn en hopen dat door het opvolgen van de aanbevolen behandelingen de voorgeschreven medicijnen werkzaam zullen zijn. Omdat artrose een chronische ziekte kan zijn, blijven mensen vaak jarenlang artrose medicijnen gebruiken.
Niet iedereen krijgt dezelfde geneesmiddelen of combinatie van medicijnen voorgeschreven bij pijnlijke gewrichten. De patiënt bepaalt zelf, met vallen en opstaan, wat voor hem het beste werkt. Het kan nodig zijn diverse medicijnen uit te proberen voordat arts en patiënt kunnen besluiten welk behandelingsregime het beste is.
Hoe merk je dat jouw medicatie niet werkt en dat het tijd is voor iets anders? Je bent dan in wezen niet tevreden over hoe je je voelt. Je bent de pijnsymptomen niet de baas en ze verstoren de dagelijkse routine. Maar er is een vraag die nog veel moeilijker is te beantwoorden: hoe weet je dat de medicatie werkt?
1. Weet waarom je een voorgeschreven medicijn inneemt
Elk medicijn heeft een indicatie, dat wil zeggen een reden waarom het voorgeschreven wordt. Je dient te weten welke rol het moet spelen. Hoe het in het lichaam werkt en wat je kunt verwachten als je het inneemt. Je kan alle informatie gemakkelijk opzoeken per geneesmiddel in de lijst van geneesmiddelgroepen bij artrose.
2. Stel vast hoe je je voelt
Beoordeel hoe je je voelt sinds je de medicijnen gebruikt in vergelijking tot hoe je je voelde voordat je ze nam. Voel je je in totaliteit beter? Zijn specifieke symptomen in intensiteit afgenomen? Denk je dat de medicatie doet wat het zou moeten doen? Bijvoorbeeld: pijnmedicatie moet je pijn verminderen. Jij alleen bepalen of het medicijn werkzaam is.
3. Houd de pijnintensiteit bij
Als je een symptomendagboek bijhoudt, kun je trends ontdekken. Als je elke dag opschrijft hoe je je voelt aan de hand van een pijnschaal of een mobile-app, kun je de heftigheid van jouw pijn optekenen. Het is dan gemakkelijk om na een bepaalde periode te beoordelen of je je nu beter, slechter of hetzelfde voelt. Je kunt dit ook aan jouw arts laten zien zodat indien nodig de behandeling kan worden bijgesteld op basis van het verloop van de symptomen.
4. Evalueer jouw activiteitspeil
Op dezelfde manier waarop je de symptomen evalueert, kun je ook je eigen activiteitspeil beoordelen. Ben je actiever sinds je de medicatie neemt? Ben je beter in staat de dagelijkse activiteiten vol te houden? Ben je minder vermoeid? Kun je meer uitgaan? Beoordeel de invloed geneesmiddelen op activiteiten binnen- en buitenshuis.
5. Bloedonderzoeken helpen de vooruitgang te registreren
Bloedonderzoeken zoals de bezinkingsgraad van rode bloedlichaampjes of CRP (C-reactief eiwit), kunnen ontstekingen meten. Hoewel de onderzoeken geen specifieke ontstekingen opsporen, kunnen ze toch nuttig zijn door trends aan te geven. Met periodiek onderzoek kun je waarnemen of de uitslagen verbeteren of verslechteren. Een voortdurend verhoogde bezinking of CRP kan erop duiden dat de medicatie niet helpt om ontstekingen in bedwang te houden.
6. Let op bijwerkingen of op andere medicijnen die de werking kunnen beïnvloeden
Wanneer je voelt dat de medicatie niet werkt, ga dan eens na of er misschien bijwerkingen zijn die de werkzaamheid kunnen beïnvloeden. Als je bijvoorbeeld duizelig wordt van een bepaald medicijn, zul je het nut van dat medicijn nauwelijks merken. Overleg altijd met een arts wanneer je bijwerkingen hebt van de medicatie. Om te kunnen bepalen of het te wijten is aan een bepaald geneesmiddel of dat het ligt aan de combinatie van meerdere medicijnen tegelijk,.
7. Bespreek periodiek met een arts de medicatie door
Je kunt gemakkelijk vastroesten in de sleur van een medicatieregime. Wanneer je een medicijn lang gebruikt kan een verminderde werkzaamheid daarvan je niet opvallen. Vaste gewoontes zijn moeilijk te doorbreken. Bespreek periodiek met een arts en stel opnieuw vast of de medicatie wel of niet helpt.
8. Stop niet op eigen houtje
Als je denkt dat één of meerdere medicijnen niet meer helpen, overleg dan met een arts. Beslis niet op eigen houtje dat je ermee stopt. Sommige geneesmiddelen kunnen ernstige gevolgen veroorzaken als je er plotseling mee stopt. Wees altijd open en eerlijk tegen je arts, over wat je doet of wat je van plan bent te gaan doen.
Hoe kan je ernstige artrose voorkomen en de noodzaak van een kunstgewricht beteugelen?
Artrose is vaak te wijten aan het verouderingsproces, bij het ouder worden neemt geleidelijk de kwaliteit van het kraakbeen in een gewricht af en is je lichaam niet in staat om het te herstellen. Je oplopende leeftijd is echter niet de enige risicofactor Voorkom dat artrose klachten terugkomen of verergeren, zonder geneesmiddelen.